Menu Sluiten

‘Afbraak van de architectuur’ in De Balie

Reinilde Jonkhout –

De ontwikkeling van het woongebouw van De Nieuwe Meent en de omgeving ervan is bijzonder onder meer omdat er zoveel wisselwerking is tussen de toekomstige bewoners en de architecten. Zou er niet veel meer op deze wijze ontwikkeld moeten worden, waarbij de architect een maatschappelijk doel heeft?

Op 14 maart 2022 vond er in De Balie een debat plaats met de titel ‘afbraak van de architectuur’. Hier leek ook mee worden te bedoeld een afname van sociale aspecten in de architectuur. Hieronder een aantal lijnen die terugkwamen in gesprekken die avond. De avond is opgenomen en hier terug te zien: https://www.youtube.com/watch?v=BJNf1e98t88

In Amsterdam zijn er na WO2 meer dan 700 speeltuinen van Aldo van Eyck gerealiseerd, nu zijn er weinig over. Het verdwijnen van de speeltuinen wordt tijdens de avond genoemd. Van Eyck dacht onder andere na over de speeltuin als ontmoetingsplaats in de buurt en wilde graag ruimte over laten voor de fantasie van de kinderen in de vormgeving van de speeltuin. Abstracte objecten kunnen op verschillende wijze in gebruik genomen worden, net zoals ook bijvoorbeeld parkeerblokken multifunctioneel kunnen worden. Rond 1880 waren speeltuinen alleen weggelegd voor de rijkere kinderen die lid waren van een speelvereniging. Met de intrede van de auto in de openbare ruimte kwam speelruimte in het geding. De evolutie van de speeltuin is een mooi voorbeeld van sociaal maatschappelijke architectuur in de realiteit.

Tijdens de avond in De Balie wordt er kort gesproken over Constant Nieuwenhuys. Dit jaar wordt de 101e verjaardag van visionair kunstenaar Constant Nieuwenhuys, geboren in Amsterdam, gevierd. De Cobra-kunstenaar wijdde zijn leven aan het vormgeven van de samenleving van de toekomst. Constant zag een utopische wereld voor zich met een niet-werkende creatieve mens in nomadische leefstijl waarin sociale ruimte met elkaar wordt vormgegeven. Dat klinkt mooi, maar hoe vertaalt het beeld van deze ‘spelende mens’ (homo ludens) zich naar de werkelijkheid?

Ook de kunstenaar moet duidelijk zijn geworden dat er een realiteit is waarin we leven die ons beperkt. Immers, de automatisatie van arbeid die ons allemaal zou verlossen heeft nooit die gedroomde uitwerking gehad. In een wereld die bijna continu in brand lijkt te staan, en nu al helemaal, wat moet je dan met ideaalbeelden die alleen ver op de horizon te zien zijn maar zelden dichtbij lijken te komen? En toch, zo lijkt het het breed gedeelde sentiment die avond, is het belangrijk dat er geëngageerde kunstenaars zijn die durven te dromen van een betere ruimtelijke omgeving en leven.

Te Weinig Geld Voor Sociaal Maatschappelijke Projecten in De Openbare Ruimte?

Arna Mačkić, architect, zegt dat er te weinig geld is voor sociaal maatschappelijke opdrachten in de architectuur, en dat het voor haar moeilijk is vertrouwen te winnen voor bijvoorbeeld een woningbouw project vanuit ervaring in andere domeinen – objecten in de openbare ruimte en andere architectonische projecten. De kansen die Mačkić krijgt voor sociaal maatschappelijke opdrachten komen bijvoorbeeld vanuit kunstinstellingen. Oudere  architect Herman Hertzberger erkent dat het moeilijker is voor jongere architecten om dergelijke aanbestedingen te krijgen maar dat die jonge stemmen juist belangrijk zijn.

Er lijkt tijdens de avond een algemeen verlangen te zijn om meer architectuur te creëren die van de behoeften uitgaat van de degenen die het object gaan gebruiken, misschien wel de echte ‘klanten’ – de bewoners of bezoekers van een gebouw, of een gebied, of een buurt. Arna Mačkić is dat gelukt met haar Geheugenbalkon. Hiervoor zijn veel gesprekken gevoerd met de mensen die er gebruik van maken en de bewonerskunstcommissie. Indira van ‘t Klooster, Directeur van Arcam (Architectuurcentrum Amsterdam) zegt dat er meer tijd voor onderzoek moet zijn in projecten.

De titel van de avond ‘afbraak van architectuur’ impliceert dat er vroeger meer sociale architectuur was. Het kan soms makkelijk zijn te zeggen dat het vroeger beter was. Hertzberger zegt dat het vroeger ook moeilijk was sociaal maatschappelijke architectuur te realiseren, maar dat er nu wel veel meer regels zijn die dat bemoeilijken, en dat het bouwen commerciëler geworden is en er meer een rendementsdenken lijkt te zijn dan vroeger – doorgaans lijkt men men vooral zoveel mogelijk geld uit een vierkante meter te willen slaan bij gebiedsontwikkeling.

Op een gegeven moment moet er tijdens de avond worden genoemd dat de decentralisatie van de overheid een effect heeft op het bouwen van de overheden. Veel lokale overheden lijken met hun handen in het haar te zitten met hun nieuwe taken en volgens de oudere architect Riek Bakker zitten deze te springen om jonge architecten met ideeën. Bakker pleit voor meer ondernemerschap bij jonge architecten om in te kunnen springen op deze vraag in de provincies.

Want Mačkić meldt eerder dat er bij afstuderenden in de architectuur juist heel veel engagement en de wens naar sociale betrokkenheid te vinden is. En weet de burger wel wat de architect voor hen zou kunnen betekenen? Floris Alkemade, voormalig rijksbouwmeester, zou graag zien dat er meer ruimte voor utopisch denken en meer samenwerking met kunstenaars komt.

Gus Tielens, Architect, ziet graag dat er minder oplossingsgericht te werk zou worden gegaan in de architectuur, en er meer breed gedacht zou kunnen worden over ’wat het zou kunnen worden’. Een meer open vraag. Meer (metaforische) ruimte in projecten, minder (metaforisch) dichtmetselen?

Conclusie

De avond eindigt met alle camaraderie ook in vragen. Hoe ervoor te zorgen dat architecten niet geïsoleerd zijn maar juist samenkomen om het te hebben over hoe de situatie te verbeteren? Hoe ervoor te zorgen dat de overheid verantwoordelijkheden rondom openbare ruimte naleeft? Want iedereen is er deze avond het er wel over eens dat er veel meer ruimte moet zijn voor architecten met een maatschappelijk doel.

Benieuwd naar het toekomstige gebouw van de Nieuwe Meent? Ga naar deze pagina.

Gerelateerde berichten